De letters van lhbtiqa+ staan voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekseconditie, queer en aseksueel. De letters die vertegenwoordigd worden in de acroniem lhbtiqa+ staan voor alle seksuele en gender minderheden, oftewel iedereen die niet cisgender en hetero is. Cis-what? Oei, nog meer termen en dan hebben we het nog niet eens over de plus gehad, die staat voor dat er zelfs nog meer identiteiten onder de parapluterm lhbtiqa+ vallen.
We zullen het wat makkelijker maken met een begrippenlijst samengesteld door EduQueer. Het is daarbij goed om te beseffen dat iedereen weer op diens eigen manier vorm geeft aan het label dat het beste bij hen past. Deze begrippen zijn slechts woorden die ons helpen om onszelf te beschrijven. Heel behulpzaam, maar omdat iedereen anders is, ondanks de hoeveelheid toch nog beperkt. Daarbij bestaat onze identiteit uit nog veel meer dan alleen onze gender en seksualiteit, daarom is het altijd goed om naar anderen te luisteren en door te vragen: ‘wat betekent deze term voor jou?’
Lesbisch
Iemand die zich identificeert als vrouw en valt op mensen die zich ook identificeren als vrouw.
Homo
Iemand die zich identificeert als man en valt op mensen die zich ook identificeren als man. Maar eventueel is deze term ook te gebruiken door lesbiennes. Homo staat voor het vallen op iemand van dezelfde gender.
Biseksueel
Biseksueel is van origine het vallen op twee genders, traditioneel man en vrouw. Tegenwoordig hebben we het vaker over bi+, waar iedereen onder valt die op meerdere genders valt dan één. Hier valt bijvoorbeeld ook panseksueel en omniseksueel onder. Momenteel zouden we biseksueel dan ook eerder omschrijven als iemand die valt op twee of meer genders, echter bij biseksualiteit is iemands gender wel onderdeel van de aantrekkingskracht.
Transgender
Een parapluterm voor iedereen van wie de genderidentiteit niet overeenkomt met de bij de geboorte vastgestelde sekse.
Queer
Queer is een parapluterm voor de hele lhbtiqa+ community. Iedereen die homo, lesbisch, trans etc. is, kan zich ook queer noemen. Queer was vroeger een scheldwoord en betekende zoveel als ‘anders,’ ‘raar,’ een ‘vreemde snuiter.’ Nu vinden steeds meer mensen het fijn om juist die term te gebruiken om zichzelf te beschrijven, want ‘ja ik ben anders’. Queer mensen doen gender en/of seksualiteit anders dan de norm.
Intersekseconditie
We spreken van mensen met een intersekseconditie wanneer iemand wordt geboren met biologische kenmerken die niet volledig passen binnen één van de binaire categorieën man of vrouw. Zo kan iemand bijvoorbeeld geboren worden met een penis en een baarmoeder, met XXY chromosomen of met een ongevoeligheid voor de Y in het XY chromosoom. Helaas horen we weinig van deze groep omdat vroeger vaak werd aangeraden om hier niet over te praten. Toch hebben zeker 1 op de 200 mensen een intersekseconditie. Nieuw Deens onderzoek gaat zelfs uit van 1 op de 90, zij nemen in deze inschatting ook mensen mee die misschien wel nooit zullen weten van zichzelf dat ze een intersekseconditie hebben.
Aseksueel
We spreken van aseksualiteit als iemand weinig tot geen seksuele aantrekkingskracht ervaart.
Panseksueel
Wanneer je panseksueel bent val je voornamelijk op iemands identiteit/innerlijk, het maakt dan niet uit wat de gender van diegene is.
Omniseksueel
Bij omniseksueel val je op alle gendermogelijkheden. Anders dan bij panseksueel speelt echter gender wel mee in de aantrekkingskracht.
Non-binair
Iemand is non-binair wanneer die zich niet thuis voelt bij de binaire genders (man en vrouw). Er zijn tal van manieren om dit te beleven en uiting aan te geven.
Hetero
Wanneer iemand valt op mensen van de andere binaire gender noemen we dat heteroseksueel.
Cisgender
Wanneer iemands genderidentiteit overeenkomt met de bij de geboorte vastgestelde sekse noemen we dat cisgender.
Seksuele aantrekkingskracht
Seksuele aantrekkingskracht gaat over van wie je opgewonden raakt, met wie zou je seks willen hebben.
Romantische aantrekkingskracht
Romantische aantrekkingskracht gaat over voor wie je romantische gevoelens ontwikkelt, met wie je bijvoorbeeld samen zou willen leven en je diepste gedachten wil delen.
Geslacht/Sekse
Heel simpel gezegd, wat er in je broek zit, de fysieke biologische kenmerken waar je mee geboren bent.
Gender(identiteit)
Genderidentiteit gaat over hoe jij je voelt, jouw diepste zijn, dit kan man, vrouw, beide, beide niet of eventuele andere mogelijkheden zijn. Gender in context van de maatschappij is het stelsel van ideeën over wat mannelijk en vrouwelijk is.
Genderexpressie
Hoe iemand publiekelijk uitdrukking geeft aan diens gender noemen we genderexpressie. Denk hierbij aan kleding, haar, de manier hoe iemand loopt, gedrag, hobby’s, welke woorden die gebruikt. Veel van deze gedragingen zijn (onterecht) gegenderd en geven zo een idee over hoe iemand door de wereld wil worden begrepen. Dit hoeft echter niet te kloppen met hoe iemand diens gender beleeft, je kan daarom beter even vragen naar iemands genderidentiteit.
Sociale transitie
Wanneer iemand in sociale transitie gaat, dan zal diegene de gewenste genderexpressie aan gaan nemen. Dit gaat dus om andere kleding, maar ook een nieuwe naam en passende voornaamwoorden. Iemand gaat dan bijvoorbeeld voortaan als vrouw door het leven, al is de sekse man toegekend bij de geboorte.
Medische transitie
We spreken van medische transitie als iemand bepaalde operaties ondergaat en/of hormonen gebruikt die passen bij de gewenste genderidentiteit. Iemand ondergaat bijvoorbeeld een mastectomie (borst verwijderende operatie) en gaat testosteron gebruiken om een meer mannelijk voorkomen te ontwikkelen.
Deadname
De naam die iemand had voordat die in sociale transitie diens naam veranderde noemen we een deadname. Het getuigt van respect om die naam ook nooit meer te gebruiken.
Genderdysforie
Het gevoel van sterk ongemak of onvrede omdat de geslachtskenmerken van iemand niet passen bij diens gender. Dit ongemak kan zich op verschillende kenmerken richten en kan intense vormen aannemen die kunnen leiden tot depressie en angstklachten.
Gendereuforie
Een groot gevoel van blijdschap en comfort wanneer iemands gender bevestigd wordt. Dit gevoel van blijdschap kan bijvoorbeeld opkomen door wat die ziet als die naar zichzelf kijkt, door wat die merkt in hoe mensen met hen omgaan of door een andere bevestigende ervaring.
Voornaamwoorden (pronouns)
De woorden die je gebruikt om te verwijzen naar andere mensen en hun bezit. Bijvoorbeeld: hij/hem, zij/haar, die/diens, hen/hun etc. Het is belangrijk om de voornaamwoorden te gebruiken waarvan iemand aangeeft dat die daar het liefst mee aangesproken wordt. Deze kleine woorden signaleren de identiteit van de persoon waar het om gaat.
‘Uit de kast’
De uitspraak ‘uit de kast komen’ wordt veelal gebruikt wanneer iemand expliciet vertelt over diens gender en/of seksualiteit, vaak omdat dit buiten de norm valt. Het komt van het oude ‘skeleton in the closet’ al heeft dit een negatieve connotatie die niet langer passend is.
Meer weten? In het boek JOE vindt je uitgebreide informatie over de betekenis van de verschillende termen die onder lhbtiqa+ vallen. Zo lees je meer over de herkomst, positie in de samenleving en issues binnen de christelijke kerken. Of als je meer wil weten over de ervaringen van Trans mensen, lees dan eens ‘wondermooi, zoals u mij gemaakt heeft.’